Dag 9: 13 sep

Dag 9 – Death Valley

Vanochtend waren we alweer vroeg uit de veren, want de Tom Tom had berekend dat we een lange rij-dag voor de boeg hebben. We zijn in Lee Vining even bij de plaatselijke (typisch Amerikaanse!) buurtwinkel gestopt, en hebben hier bij de warme bakker een ontbijtje ingeslagen. Omdat we vlakbij ons overnachtingdorpje een spookstadje willen gaan bezoeken moeten we eerst naar het noorden rijden, en dan weer dezelfde route terug en door naar het zuiden. Het spookstadje Bodie stamt van rond 1880, en is een klein uurtje rijden (dat is hier in Amerika maar een kippe-stukkie). Bodie is alleen te bereiken door de laatste 5 kilometer over een onverharde gravel weg te rijden, dus dat is een mooi excuus om onze auto uit te proberen. De auto is er helemaal voor gemaakt, dus dat gaat prima, en rond 9 uur zitten we ergens in niemandsland. Bodie is super interessant, en veel van de huisjes zijn ook nog deels ingericht.

We brengen hier een uurtje door, en tijden dan weer terug naar het zuiden; naar Death Valley. We overnachten hier midden in de woestijn. We moeten nu dus best een lang stuk rijden volgens Tom Tom. Al met al blijkt dit reuze mee te vallen, want om 3 zijn we al op de plaats van bestemming (en nee, Maurice rijdt niet veels te hard). We rijden op weg naar de woestijn weer door hele andere en ook aparte landschappen. We komen al snel de eerste grote cactussen tegen, en het wordt al snel warmer (richting de 35 graden). We rijden via grote bergketens eerst 2 kilometer omhoog, om vervolgens weer tot zee- level te dalen. De route is heel mooi, en we merken dat we ook wel echt in de woestijn zitten. Als we rond 3 uur dus bij ons hotel Stovepipe Wells (één van de twee hotels in Death Valley) aankomen, is het 40 graden, en dit voelt niet heel lekker. Het komt er op neer dat iemand een föhn op je zet, en dan nog een verschrikkelijk brandende zon erbij. In onze kamer staat de airco echter goed te draaien, dus hier is het prima uit te houden!

We rommelen wat, en wanneer de zon begint te zakken, besluiten we nog even de zandduinen in dit gebied te gaan bezoeken. Deze duinen zorgen voor het echte woestijn gevoel, en moeten vooral rond zonsondergang erg mooi zijn. Het blijkt echter alleen nog maar warmer geworden, dus wij lopen met 43 graden door de woestijn te ploeteren! Heel mooi allemaal, maar wat een hitte! Dit is niet heel gezond, en we hebben ook beiden nog nooit zo’n rood hoofd gehad. Terug in het hotel springen we allebei even onder de douche, en daarna gaan we een hapje eten. Dit gaat ook op zijn Death Valley’s, want we zijn een uur zoet met het bestellen van een bord spaghetti. Dit is helaas het enige restaurant in deze dorre woestijn 🙂 .

Na het eten kijken we nog even naar Seinfeld op televisie (dat is dan wel weer mogelijk in de woestijn), en duiken we ons bed in. Morgen (éindelijk volgens Maurice) gaan we richting Las Vegas!

Laat een berichtje achter

Jouw Bericht: